Weet u het nog? Een aantal jaren geleden zagen we de opkomst van kunststof afsluitingen van wijnflessen, vaak ‘plastic kurken’ genoemd, hoewel er geen kurk aan te pas kwam. Het lijkt er op dat deze net zo snel weer zijn verdwenen als ze zijn gekomen. Ik zie ze in elk geval zelden meer. Het lijkt er sterk op dat dit komt door de opmars van de schroefdop. In feite kon de kunststof-versie van de kurk worden gezien als een compromis, om deze die graag ‘plop’ horen bij het openen van een fles, te vriend te houden. Helaas waren de problemen te groot. Met name trad er soms lekkage op, een probleem dat schroefdoppen niet hebben. Je zou denken dat schroefdoppen dan ook als de beste afsluiter voor wijn kunnen worden beschouwd. Maar deze mening wordt niet algemeen gedeeld. Met name in Zuid-Europese wijnlanden, maar ook in het sterk voor de Franse wijncultuur beïnvloede China, wordt de ‘gewone’ kurk nog altijd gekoesterd. Schroefdoppen worden vaak toch geassocieerd met goedkope wijnen. Dus zeker de meer prestigieuze wijnen uit landen als Frankrijk, Italië en Spanje zul je dan ook niet met een schroefdop aantreffen. Château Couhins-Lurton, grand cru classé in Pessac-Léognan, heeft zijn wijn een aantal jaren met schroefdop gebotteld, maar kwam daar op terug omdat de markt het niet wilde accepteren.
Uit deze actie blijkt wel hoe graag wijnmakers en producenten af willen van natuurlijke kurken. De reden is natuurlijk simpel: kurken kunnen zorgen voor ‘kurk’. Kurkgeur kan een wijn volledig bederven. Maar de producenten vrezen vooral de lichte vormen van kurk. Je herkent dat niet als ‘kurk’, maar ervaart de wijn toch als minder lekker. Dat doet voor hen afbreuk aan wat ze maken. Veel Franse wijnmakers zijn inmiddels dan ook overgestapt op DIAM-kurken. Deze zijn duurder, maar ze zijn zo behandeld dat de bacteriën die de kurkgeur (TCA, Trichlooranisol) veroorzaken, gegarandeerd geen kans krijgen.
Maar afgelopen week stond er op de website van Meininger een artikel over een wetenschappelijk onderzoek, waaruit bleek dat samengestelde kurken, zoals die van DIAM, zorgen voor een hoger gehalte van kurkzuur in de wijn. Kurkzuur zorgt er voor, net als tannine, dat de wijn een ‘droger’, dus wat strenger mondgevoel krijgt. De onderzoekers zeggen dat hier nooit aandacht aan is besteed, omdat alle onderzoek bij afsluitingen is gericht op de geur, en nooit op de smaak van de wijn.
Eerlijk gezegd weet ik niet zo goed of ik die lichte smaakverandering erg vindt. Maar ik kan me voorstellen dat de wijnmaker er niet blij mee is, omdat de wijn niet smaakt zoals hij is bedoeld. Mijn oplossing? Doe maar lekker schroefdoppen, of een vinolock, een glazen stop – maar die is vrij duur. In de begintijd gaven schroefdoppen problemen, omdat bij het bottelen soms te weinig zuurstof in de fles werd gestopt, waardoor de wijn ‘reductief’ werd. Zeg maar wat stinkerig door zuurstofgebrek. Nu zie je dat niet meer. In landen als Nieuw-Zeeland of Oostenrijk worden vrijwel alle wijnen met schroefdop gebotteld, ook de toppers. Het gaat volledig probleemloos. In Australië worden ook rode topwijnen met schroefdop gebotteld. Het is misschien een beetje saai, dat na twintig of dertig jaar bewaren alle flessen nog hetzelfde smaken en ruiken. Bij natuurkurk is dat eigenlijk nooit zo. Wie die spanning mist, moet geen schroefdop willen. Maar ik leg graag een Penfolds Grange met schroefdop in de kelder. Kom maar op.
Ronald de Groot