Tenerife, het grootste van de Canarische eilanden, heeft de afgelopen jaren opzien gebaard met zijn fantastische vulkanische wijnen. De meeste aandacht ging daarbij uit naar de topproducenten Suertes del Marqués en Envínate. Maar een bezoek aan het eiland van de eeuwige lente leerde mij dat Tenerife nog veel meer te bieden heeft, van submarien tot subglaciaal, en van orange tot versterkt. Bovendien groeit er een scala aan min of meer autochtone rassen, op hun eigen stokken en gesnoeid in meterslange vlechten. De wijnen verschijnen jammer genoeg maar mondjesmaat in de Nederlandse schappen, terwijl er toch echt goede kwaliteit tussen zit. In twee delen zoomen we in op het vlekje in de Atlantische Oceaan dat nauwelijks de grootte en het aantal inwoners heeft van de provincie Limburg, maar waar de vineuze verscheidenheid ongelofelijk is.
Tenerife ligt, op 28 noorderbreedte, eigenlijk net buiten de ideale wijnbouwzone, die door de klimaatverandering eerder naar het noorden dan het zuiden opschuift. Met een geleidelijk toenemende invloed van de Sahara kan je je verbazen over het feit dat er überhaupt goede wijn gemaakt wordt. Maar de verkoelende en neerslag brengende Atlantische Oceaan is nog altijd de dominante factor. En omdat de wijngaarden meestal naar het noorden gericht zijn, is het klimaat eerder een zegen dan een risico. De jaarlijkse cyclus is wel anders dan op het vasteland van Europa. Jonatan García Lima van Suertes del Marqués vertelt me dat hij een deel van zijn wijnstokken in december, tijdens hun korte winterrust snoeit. Al in februari verschijnen de eerste knoppen, maar door de matigende invloed van de oceaan oogst hij pas in augustus. Een lang en langzaam groeiseizoen dus, dat deels de kwaliteit van de wijnen verklaart.
Vijf verschillende appellations
Tenerife behoort tot de kleinere Spaanse wijnregio’s. Met minder dan 8000 hectare aan wijnstokken is het nog altijd twee keer zo groot als Rías Baixas, maar dat betekent niet dat er ook twee keer zoveel wijnen in de Nederlandse wijnhandel te vinden zijn. Ondanks de beperkte oppervlakte is het eiland opgedeeld in vijf denominaciónes de origen (DO). Langs de noordkust strekken zich van west naar oost de appellations Ycoden-Daute-Isora, Valle de La Orotava en Tacoronte-Acentejano uit. In de regenschaduw van El Teide, met 3715 meter Spanje’s hoogste berg, ligt de DO Abona, terwijl Valle de Güímar tussen laatstgenoemde DO en Tacoronte is ingeklemd.
Lokale DO of overkoepelende DO?
Je kan je afvragen of de DO’s wel voldoende onderscheidend zijn. Kijkend naar het klimaat, de bodem en de hoogte lijkt dat wel het geval. Abona is droog en herbergt op 1700 meter de hoogste wijngaard van Europa. De bodems van de drie noordelijke DO’s verlopen van arm in het westen naar vruchtbaarder en kleiiger in het oosten. Bovendien valt hier duidelijk meer regen dan in Abona en Güímar. Toch geloven een aantal wijnboeren dat de marketing van vijf appellations, sommige met nogal ingewikkelde namen, niet efficiënt is. Zij gebruiken liever de overkoepelende DO Islas Canarias. Eigenlijk heeft alleen de DO Valle de La Orotava internationaal enige bekendheid op kunnen bouwen.
Alberto Monje, die samen met zijn oom Felipe het wijngoed Monje in Tacoronte runt, zegt dat zij tien jaar geleden grotendeels gestopt zijn de lokale DO te gebruiken. Zij hebben liever de flexibiliteit om hun druiven van elders te betrekken, ondanks dat hun wijngaarden, 17 hectare in totaal, in Tacoronte liggen en hun ingekochte druiven daar ook vandaan komen. Alberto legt uit dat de DO Islas Canarias hun ook het voordeel geeft de naam van de wijngaard op het etiket te kunnen zetten. De consejo regulador van Tacoronte was niet bereikbaar (telefonisch noch per e-mail) om uit te leggen waarom dat in Tacoronte niet mag.
Submariene wijn, een gimmick?
Monje is een wijngoed dat het experiment niet schuwt. Zij verbouwen een groot aantal lokale druivenrassen, waarvan zij een breed assortiment aan wijnen produceren, inclusief een brut rosé en een versterkte wijn, maar Monje’s meest opvallende product is een submariene wijn. Het leek mij vooral een gimmick, maar de sommelier van wijnbar en restaurant Mirador de Garachico (een aanrader) overtuigde mij de Tradicional Submarine 2016 te proberen. Monje produceert jaarlijks 1000 flessen van de Tradicional, gemaakt van Tacoronte’s belangrijkste ras listán negro. Na een korte rijping in 600-liter vaten, volgt een periode van twee jaar in roestvrij staal. Daarna wordt de wijn gebotteld en gelabeld. De helft rijpt verder in een normale kelder, terwijl de andere helft een half jaar onder water verdwijnt. Om te voorkomen dat het zeewater het etiket er afweekt, is het etiket geplastificeerd en met een koordje in de zegellak bevestigd.
De druk op 18 meter diepte is ongeveer 2 bar, wat ervoor zorgt dat de zuurstof tussen de wijn en de kurk in de wijn oplost. Dit leidt tot snellere micro-oxidatie en dus snellere rijping en versoepeling van de tannine. Of zo’n proces, ingegeven door de vondst van antieke wijnamforen in gezonken schepen, noodzakelijk is, is natuurlijk twijfelachtig. Erg natuurlijk is het niet, maar als je het op voldoende grote schaal doet, kan je wellicht geld besparen door een kortere rijping. Gimmick of niet, de wijn smaakte goed. Gedroogde pruimen en vijgen domineerde een waaier aan aroma’s en smaken: bramen, bosbessen, kersen, viooltjes, laurier, gedroogde kruiden en wat tabak en ceder. De tannine was soepel en de wijn was nog prikkelend fris; met zes jaar leek het precies het goede moment om deze onderzeeër te drinken. Mirador de Garachico kon me geen gewoon gerijpte Tradicional van dezelfde jaargang bieden, dus een vergelijking heb ik helaas niet kunnen maken, maar als je in de buurt bent, Monje zelf biedt zo’n zij-aan-zij proeverij wel aan. Via Zoom vertelde Alberto me dat het verschil ongeveer twee jaar is.
Wijn van grote hoogte
Op Tenerife ben je binnen een uurtje van de diepte der zee naar de 1500 meter hoog gelegen wijngaarden van wijngoed Altos de Trevejos in de droge, zonnige Abona appellation. Met minder invloed van zee is hoogte een voorwaarde om hier frisse, aromatische wijnen te maken. En Trevejos’ Listán Blanco 2019 Cepas Viejas (van wijnstokken op 1250 meter boven zeeniveau) toont wat deze regio vermag. Ondanks dat er in 2019 slechts 168 millimeter regen viel, overleven de diepgewortelde, 150 jaar oude wijnstokken zonder irrigatie, zegt wijnmaker Chaxi Velázquez.
Listán blanco is een relatief neutraal ras, en deze wijn lijkt in eerste instantie dan ook een tikje terughoudend, maar toch tref je wat tropisch fruit, golden delicious en honingmeloen aan. Een sprankelende frisheid, een beetje cremigheid en wat bite dragen je via een sprietje hooi, wat witte amandeltjes en een vleugje vanille naar een rustig wegzwevende finale. De zuren, hoewel niet heel hoog, waren knisperend als de koele berglucht. Het recept? Met de hand geoogste, biologische druiven, spontane vergisting, zes maanden op de fijne lies in drie jaar oude Franse eikenhouten vaten en een jaar in de fles. Een heel fijne wijn!
In het volgende deel op de wijnkaart: natuurwijn, orange wijn, aardse tentakels en inheemse rassen.
Bart de Vries