Nederlanders zijn niet zelden trots op hun directheid. Niet meteen onterecht, maar toch kan directheid ook als botheid worden ervaren. Zeker in een land als Frankrijk, waar het gangbaar is om elkaar op een omfloerste manier aan te spreken, zonder meteen man en paard te noemen – behalve in de politiek dan. Ik moest daaraan denken toen ik een interview onder ogen kreeg met consulent Thomas Duclos, een nieuwe ster aan het firmament der consultants in Bordeaux. Ik kwam daar terecht omdat ik me aan het verdiepen was in de oogst van 2021, die nogal complex is, om het mild uit te drukken. Duclos is een kind van deze tijd. Hij wil elegante wijnen maken; zwaar en rijp is uit. Hij zet zich daarom af tegen Michel Rolland, maar dan op de Franse, diplomatieke en omfloerste manier. Naar zijn idee was het ooit logisch om de druiven veel rijper te oogsten, omdat het werk in de wijngaard minder goed was, en daardoor grotere verschillen in rijpheid van het geoogste materiaal ontstonden, die door een late oogst konden worden gemaskeerd. Leuk bedacht, maar het gaat natuurlijk voorbij aan het feit dat die volle en zeer rijpe wijnen ook hoge scores kregen van Bob Parker, en daarmee instant succes hadden.
Maar de tijd van de Parker-wijnen is voorbij, en daarmee is er ruimte gekomen het anders te doen. En Duclos heeft wel een punt: de rijpheid van de druiven is tegenwoordig beter. Is het niet door het werk in de wijngaard, dan is het wel door de klimaatopwarming. Dus is de ruimte om er mee te ‘spelen’ groter. Mensen als Duclos maken daar gebruik van, door eerder te plukken, om ‘frissere’, lichtere wijnen te maken. Nu wil dat niet automatisch zeggen ‘betere’ wijnen. Ik ken collega’s van Duclos die vinden dat de tannine in de wijnen die hij maakt niet perfect rijp is.
Voor mij als wijncriticus betekent het dat mijn werk anders wordt dan vroeger. Ooit was je bij het proeven bezig met het kijken naar kwaliteit, en veel wijnen waren domweg niet zo heel goed. Of ze hadden zelfs technische mankementen. Technische mankementen zie je vrijwel niet meer. Ook wat we noemen ‘eenvoudige’ wijnen zijn meestal correct van kwaliteit. Dat betekent dat je wijnen, zeker de ‘hogere’ wijnen bijna onvermijdelijk ook moet beoordelen op hun stijl, en op hun kwaliteit in een die stijl. Niet zo simpel, eerlijk gezegd. Zelf vind ik het een goede ontwikkeling dat het hout in veel wijnen meer terughoudend is. Maar ik wil de wijnen die ik drink wel graag rijp. Een procentje alcohol meer vind ik niet zo erg, zolang de wijn maar in balans is. Maar ik respecteer uiteraard ook de wijndrinkers die meer hout aangenaam vinden, of die liever wijnen met minder alcohol drinken. Wederom, als de wijn maar in balans is. Zo zat ik in Campo de Borja van de zomer wijnen te proeven die zeer krachtig waren, tegen het overrijpe aan. Je zou kunnen zeggen dat deze wijnen ‘te zwaar’ waren, of te alcoholisch. Maar dat waren ze op zich niet. Het waren gewoon heel goede wijnen, in deze, wat meer overrijpe stijl. Dat anderen in Campo de Borja liever een eleganter type Garnacha maken, is hun goed recht. In beide types kun je goede wijnen krijgen. Het is aan de wijnliefhebber om te kiezen welk type hij graag wil. Of misschien wil een liefhebber het ene moment wel de ene, en het andere moment de andere drinken, afhankelijk van het gerecht, bijvoorbeeld.
Aan ons, als wijncritici, de taak deze wijn goed te beoordelen, en vooral ook goed te beschrijven. Niet altijd gemakkelijk, maar we doen ons best. Tijden veranderen, en wij veranderen mee.
Ronald de Groot
Zo waren we afgelopen week op Texel en proefden daar in een wijnarrangement l d’Ange 2017 van Alexandre Bain. Eerlijk gezegd eerst niet te drinken maar onze charmante sommelier liet ons weten om even te wachten op het gerecht dat erbij hoort; rode biet gevuld met Waddenzee garnalen met een sinaasappelsaus. ja echt die combi zorgde voor een zalige smaakexplosie!!