Hoera, ik ben gevaccineerd! Dat is toch maar mooi meegenomen in een land waarin de prikstrategie van alle kanten onder vuur ligt. Nou ja, laat ik heel eerlijk zijn, ik heb mijn vaccinatie eigenlijk te danken aan al die onzekerheid en dat geharrewar over wel of niet prikken. Er zijn nu zoveel spuitjes met Astrazeneca over, dat de mensen bijna van straat moeten worden geplukt om ze nog kwijt te raken. Ik zat buiten te wachten bij de huisarts van mijn vriendin – op het moment dat zij gevaccineerd zou worden. Even later werd ik door een vriendelijke dame naar binnen geroepen. ‘Mijnheer De Groot, we horen dat u graag gevaccineerd wilt worden. Gaat u maar in de rij staan hoor, dat doen we dan gelijk ook maar even.’ Dat liet ik me geen twee keer zeggen. Wat heerlijk toch, huisartsen die in onzekere tijden gewoon hun verantwoordelijkheid nemen. Petje af.
Het voelt als een soort bevrijding, ondanks de wetenschap dat de bescherming nog lang niet optimaal is. Maar even een terrasje pakken, dat zou toch wel mooi zijn, om het te vieren. Nee dus. De soap rond het openen, of liever gezegd het niet openen van de terrassen duurt nu al weken. Het is bijna een symbool geworden voor het telkens uitstellen van versoepelingen. En waarom toch steeds die koppeling met het openen van de winkels? De cijfers wijzen op een veel lagere besmettingskans als je buiten bent, dus in het voordeel van de terrassen. Een groot Iers onderzoek dat onlangs werd gepubliceerd, liet zien dat ongeveer een op de duizend coronabesmettingen aantoonbaar in de buitenlucht plaatsvond. Andere onderzoeken zijn iets minder optimistisch, maar geschat wordt dat de kans om buiten besmet te raken toch zeker twintig keer lager is dan binnen. Het is dan ook aannemelijk dat de meeste besmettingen in huiselijke kring plaatsvinden. Dus gooi maar open, die terrassen! Het argument dat dit tot meer ‘verplaatsingen’ zou leiden, lijkt me na het openstellen van al die ‘Fieldlabs evenementen’ een beetje flauwekul. Als er 9.000 gegadigden op 8 mei mogen deelnemen aan de ‘mudmasters’, schijnbaar een ‘outdoor sportwedstrijd’, waarom dan niet op de fiets gesprongen naar een zonnig terras? Dan kunnen we tenminste ook weer eens spontaan een fatsoenlijk glas wijn of een mooie bubbel drinken zonder meteen in een covid-bubbel te zitten. Mooi hapje er bij, en genieten maar. Het zou de horeca gegund zijn, van harte.
En het wordt wel tijd ook voor een kleine upgrade van onze consumptie, als we kijken naar het afval dat achterblijft in de parken. Dat blijken vooral lege bierblikjes te zijn. Hoe deprimerend. Dan weet ik weer hoe verschillend Nederland en België ook al weer zijn. Onze in Antwerpen woonachtige online marketeer Eelco Keuris meldde onlangs dat je in België mensen in het park alleen maar cava of champagne ziet openmaken. Kom daar bij ons maar eens om. Om maar te zwijgen over al die kleine bakfietsen en wagentjes met Champagne en oesters die je bij onze zuiderburen ziet.
De Nederlandse realiteit is helaas anders. Het is pijnlijk dat het hier een bierdrinkende meute is die niet de terrassen bevolkt, maar de parken. Met BOA’s die wanhopig proberen enige orde te scheppen in de chaos. Gaat dat veranderen met de terrassen open? Dat is de vraag. Voor de lockdown was het ook in de horeca lastig de controle te houden, met het personeel als een soort niet-officiële BOA’s. Stoelen die keurig op afstand staan, maar die naar elkaar toe worden geschoven. Gasten die zeggen dat ze tot één huishouden behoren, terwijl dat niet zo is. Groepen die als meerdere ‘tweetjes’ reserveren, maar eenmaal aangekomen zeggen dat ze een groep zijn, en bij elkaar willen zitten. Laten we als volk vooral in de spiegel kijken. Het is deels aan ons eigen gedrag te wijten dat de horeca niet ‘back to normal’ kan. Dat is de harde realiteit van de huidige situatie. Er zijn nog heel wat vaccinaties te gaan…
Dat er met het mooie weer veel wijn en bier buiten en in het park opgedronken wordt terwijl het ook prima op het terras had gekund.
Ronald de Groot