Schrijven over wijn is en blijft leuk. Zeker op een plek als deze. Een soort van maandagse ‘column’ geeft je de vrijheid om lekker te schrijven wat je voor de pen komt. Ik noem het ook expres geen column. Ik wil de ene keer serieus zijn, en de andere keer iets schrijven met een knipoog, of over een persoonlijke belevenis. Of ik schoffel iemand eens lekker onderuit, maar dat doe ik niet zo vaak. Maar soms heb ik de neiging dat te doen.
De inspiratie voor de overpeinzingen kwam van onze in 2017 overleden collega René van Heusden. Hij zat al een tijdje te broeden op een maandags stukje op internet. Het heeft er nooit van mogen komen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Hij schreef gemakkelijk, maar hij was de laatste maanden voor zijn dood misschien ook wel iets minder gedreven. We zullen het niet weten. Hij was veel beter in het onderuit schoffelen dan ik. Vijanden maken ging hem goed af. Zijn meest geliefde vijand bevond zich in het Brabanste Ulicoten. Over en weer beschuldigden hij en zijn ‘collega’ aldaar elkaar bijvoorbeeld van dronkenschap tijdens proeverijen. Een kwestie van pot en ketel, laten we maar zeggen. Gelukkig kan ik daarvan niet beschuldigd worden, dat scheelt weer. Maar ik kan me zo voorstellen dat RvH in Ulicoten node wordt gemist. Nu moeten de pijlen worden gericht op andere personen en onderwerpen. Het is natuurlijk niet leuk als daar niet op wordt gereageerd. Dus laat ik hem voor één keer een plezier doen. Maar het is echt maar voor één keer. Ter nagedachtenis aan René, laten we maar zeggen.
Gelukkig maak ik me schuldig aan allerlei andere zonden, en daar schrijf ik zelfs ook nog openlijk over. Heel naïef, eigenlijk. Voer voor het orakel, want een van de stokpaardjes van deze persoon is anderen de maat nemen. Maar helaas. Het probleem van anderen de maat nemen, is het risico dat jou ook de maat wordt genomen.
Hij beschouwt zichzelf zo’n beetje als de enige journalist die dit land op wijngebied rijk is. Dat zit zo. Iedereen die een uitnodiging accepteert, dan wel zich op wat voor wijze dan ook laat ‘fêteren’, is geen journalist meer. Tja. Nu kan ik me herinneren hem ooit in Wenen te zijn tegengekomen bij een wijnevenement, en ik denk niet dat hij zijn reis- en verblijfkosten zelf heeft betaald. Ik ook niet, voor alle duidelijkheid.
Wij organiseerden ooit een proeverij in Den Bosch, in restaurant Chalet Royal. Helaas stond daar een piano. Dat zou normaal gesproken niet zo erg zijn. Maar toen de genoemde collega in lichtelijk beschonken toestand de piano in het zicht kreeg, begon hij daar keihard op de spelen. Op verzoeken daarmee te stoppen, wilde hij niet ingaan. Sindsdien zorgen we bij proeverijen dat de piano goed verstopt is. Tegenwoordig nodigen we hem gewoon niet meer uit, dat scheelt weer een hoop kopzorgen. Dat heeft ook zijn voordelen. Want als je niet meer wordt uitgenodigd, dan kun je ook geen vuile handen meer maken. En dan kun je lekker zeggen dat je de enige overgebleven wijnjournalist bent. Ik gun hem dat natuurlijk graag, maar anderen spreken toch liever over een wijnfossiel.
Ronald de Groot
Als trouw lid ben ik helaas nog steeds niet helemaal “ontnuchtert” van René zijn meer dan plezierige stukken in Perswijn. Ik kende hem niet persoonlijk helaas maar zijn stukken waren prozaïsch, inhoudelijk onderbouwd en voor collegae vaak confronterend. Zijn aversie t.o.v. commerciële “wijnboer” Ilja gort kan ik, na enkele uitzendingen op televisie waar hij landen als Spanje en Italië bezoekt, onderschrijven. Wat een pedant mannetje. René was graag confronterend in zijn stukken en met zijn kennis, kunde en verdiensten had hij m.b.t. dit heerschap zeker recht van spreken.
Ik mis zijn stukken helaas nog iedere keer als er weer een Perswijn verschijnt.
Mooi overigens dat jullie nu ook op sociale media actief zijn, de dinsdagavondproeverijen zijn erg interessant en bevatten voor de wijnliefhebber waardevolle informatie