In het weekend ga ik meestal even een stukje fietsen, maar dat zat er niet erg in deze keer. Elders vielen misschien minder buien, maar hier was het bar en boos. Het was leuker om de laatste hand te leggen aan het Champagne-supplement, dat we in december uitbrengen bij nummer 8 van Perswijn. Ik verheug me er nu al op.
Even terugdenken aan de reizen die ik dit jaar naar de streek maakte van een van mijn favoriete wijnen. Grappig genoeg, zat ik te bedenken, heeft het best lang geduurd voor dat zover was. Champagne werd hier in huis lang geleden mondjesmaat gedronken. Je moet het leren waarderen, en bovendien een beetje de weg weten in smaaktypes en in de kwaliteit. Nog komen soms vrienden op bezoek die eerst zeggen dat ze niet zo van Champagne houden. Ze kennen Champagne soms als een wijn met veel mousse, zonder subtiliteit. Maar als je dan een mooi glas Champagne inschenkt, zie je de mening veranderen. Hé, dat vind ik wél lekker.
Op reis kwam ik nog meer onder de indruk van de terroir-invloed op Champagne dan ik al was. Ik wist dat die bestond, maar nu je steeds meer wijnen van kleine boeren uit de verschillende dorpen ziet, kun je dat nog beter waarnemen. Ook ontdekte ik dat de grote huizen bij het maken van hun blends nog veel meer op terroir letten dan ik had gedacht.
Wat mijn eigen smaak betreft is de ontwikkeling steeds meer in de richting van drogere Champagne gegaan. Dat is de tendens bij veel Champagnes: er wordt minder suiker toegevoegd. Maar bij Pommery kon ik onlangs ook proeven dat de Cuvée Louise 2004 met 5 gram dosage tóch complexer overkwam dan die zonder dosage. Dus een klein beetje suiker kan een Champagne wel degelijk ook goed doen. Daar zeggen ze het zo: suiker is een révélateur. Prachtig. Weer wat geleerd. Zo blijft een wijn die je goed denkt te kennen, ook altijd weer verrassingen opleveren. En wetmatigheden bestaan niet. De waarheid zit in het glas. Heerlijk. Een mens is nooit uitgeleerd.
Ronald de Groot