Vooraanstaande kunstcritici wisten het destijds met zekerheid te zeggen: het doek De Emmaüsgangers was op basis van de waargenomen klasse van de hand van Johannes Vermeer. En dus een Meesterwerk van onschatbare waarde. Appreciatie en veilingprijs zijn in de kunst minstens zo gefundeerd op de naam van de maker als op de intrinsieke waarde van het werk zelf.
En dat is voorzichtig uitgedrukt. Wat voor een Vermeer geldt, geldt evenzeer voor een Rembrandt. Superlatieven. Totdat later blijkt dat die geadoreerde werken niet authentiek zijn, maar van de hand van iemand anders. Van een tijdgenoot of leerling in het geval van Rembrandt, of van meester-vervalser Van Meegeren bij Vermeer. Hoewel zo'n gegeven in feite niets afdoet aan de intrinsieke waarde van zo'n doek – platweg gezegd: of het mooi gevonden wordt – is het na zo'n ontdekking toch gedoemd om verhangen te worden van de pronkzaal met Grote Meesters naar een bijzaaltje dat gewijd is aan ambachtslieden van tweederangs allooi. Het wordt dus louter en alleen niet langer serieus genomen, omdat het niet past binnen een canon van a priori als 'groot' verklaarde werken. Groot vanwege de Naam van de maker. En bijgevolg ook duur. Heel duur. Het geeft natuurlijk wel te denken over het niveau van de kunstbeschouwing, wanneer de kwaliteit van het object en de subjectieve ervaring daarvan – weer dat mooi vinden dus – ondergeschikt gemaakt wordt aan een door zelfbenoemde kunstpausen arbitrair opgelegde norm.
Wat in de wereld van de kunst gebeurt, staat niet op zichzelf. Vervang 'naam van een grote meester' door 'grote naam op het etiket' en we zijn aanbeland bij wijn. Ook daar geldt immers dat wanneer een château zich premier cru kan noemen, de wijn automatisch op een buitenproportionele adoratie kan rekenen. En dat vermeend mindere goden per definitie het nakijken hebben. Ook al heeft bijvoorbeeld een petit château als Reignac bij proeverijen van de Grand Jury Européen (lekker belangrijk!) wel eens diverse premiers crus achter zich gelaten, toch blijft dat grotendeels onvertaald in de prijs die ervoor betaald wordt. Integendeel, eerder het omgekeerde dient zich aan: de verliezers zijn sindsdien alleen maar duurder geworden. Nu gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat de premiers crus er alles aan doen om hun status waar te maken, maar het blijft natuurlijk van de gekke dat ze vergeleken met niet geklasseerde châteaux het –tigvoudige durven vragen. En nog lijken te krijgen ook. Toch hoeven we als modale wijnliefhebbers onze levensvreugde hierdoor niet te laten bederven. Laat al die miljonairs in China of waar dan ook maar lekker Grote Namen opkopen volgens het principe duur = groot. Of ze van hun chique flessen genieten? Misschien drinken ze die wel nooit, want dat soort mensen bewaart ook peperdure schilderijen in kluizen en niet in hun woonkamers. Ware kenners die op hun eigen oordeel vertrouwen hebben die Namen niet nodig. Er bestaat trouwens een gerede kans dat veel van die patjepeeërs hun trofeeën de grond in zouden boren wanneer ze ze eens blind moesten proeven.
Veel naamdrinkers zijn als de vermogende heer Olivier B. Bommel te Rommeldam. Die spreekt gaarne nadrukkelijk de naam Saint-Julien uit. En krijgt zijn favoriete wijn daarom door bediende Joost geserveerd uit oude flessen met spinrag en indrukwekkende etiketten. Wat hij niet weet en ook niet merkt, is dat Joost die zorgvuldige bewaarde oude flessen vult met Algerijnse foezel van Chevalier Grootgrut. Allereenvoudigste supermarktwijn dus. Meester-vervalser Hardy Rodenstock tilde op vergelijkbare wijze een hele meute poenerige Bordeauxverzamelaars. Tja, die oude wijnen smaakten misschien wel wat jong, maar het etiket leek te kloppen. Dat was belangrijker dan de dubieuze jeugdigheid van het spul in het glas. Verzamelaars schuwen het echt blind proeven en onbevooroordeeld waarderen van wijn. Ze gruwen ervan. Het is namelijk een les in eerlijkheid. En dat is niet de bedoeling bij Grote Namen. René van Heusden
Misschien ook iets voor u
Champagne verandert
In de jaren dat ik me met de Champagne bezighoud, is de streek enorm veranderd. En zeker ten goede, waardoor...
Ach, Nicolas
Aan de Duitse dichter Heinrich Heine wordt – ten onrechte – de uitspraak toegeschreven dat in Nederland alles vijftig jaar...
Overpeinzingen: To bio or not to bio
Wat moeten we denken van de volgende uitspraak? ‘Ik snap niet goed dat ik darmkanker heb, want ik heb altijd...
Overpeinzingen: Waar rook is, was vuur
De omgeving laat zich nog het beste omschrijven als een soort maanlandschap. Zwartgeblakerd, kale stammen, overal waar je kijkt. We...
Overpeinzingen: Kleren maken de man
Veel wijnmakers onderschatten het effect van etiketten en van de verpakking in het algemeen op de bereidheid om een product...
Overpeinzingen: Dominus breidt uit
Zomaar een bericht uit Napa Valley: Christian Moueix, eigenaar van Dominus, koopt een wijngaard van de buren erbij, twee percelen...
