Op 27 augustus is Thierry Manoncourt, voormalig eigenaar van Château Figeac, op datzelfde château overleden. Manoncourt was een van de laatste nog levende vertegenwoordigers van een nu bijna uitgestorven generatie van echte Bordelaise kasteelheren. Een man met stijl en klasse, en in die hoedanigheid trotse hoeder van een familiebezit. Zoals Jean-Eugène Borie van Ducru-Beaucaillou dat was in de Médoc.
Op 27 augustus is Thierry Manoncourt, voormalig eigenaar van Château Figeac, op datzelfde château overleden. Manoncourt was een van de laatste nog levende vertegenwoordigers van een nu bijna uitgestorven generatie van echte Bordelaise kasteelheren. Een man met stijl en klasse, en in die hoedanigheid trotse hoeder van een familiebezit. Zoals Jean-Eugène Borie van Ducru-Beaucaillou dat was in de Médoc.
Hoewel Manoncourt van geboorte een Parijzenaar was, wijdde hij zich vanaf 1947 volledig aan het familiebezit in Saint-Émilion. Onder zijn leiding werden daar tal van vernieuwingen doorgevoerd, zoals het zaaien van gras tussen de rijen, het afschaffen van giftig koper voor behandeling van de stokken tegen ziektes en het uitbrengen van een tweede wijn (vanaf 1951).
Niettemin was de Figeac van Manoncourt Bordeaux van de oude stempel. In de regel ‘elegant’, wat zich laat vertalen als soms een toppunt van verfijning maar ook wel eens als aan de gevaarlijk dunne kant. Manoncourt hield consequent vast aan zijn stijl en was niet vatbaar voor kritiek. Manoncourt was wars van trucs om zijn wijn heftiger te doen smaken. Aan Parkerwijnen had hij geen boodschap.
Zoals de eminente Zwitserse Bordeauxkenner René ‘Weinwisser’ Gabriel het omschrijft, was Figeac van Manoncourt nogal eens een tricky wijn. Een wijn die zich in zijn jeugd namelijk nogal eens onaantrekkelijk en teleurstellend toonde, op het randje van onzuiverheid, om na verloop van tijd volledig van gedaante te wisselen en die geroemde finesse te ontplooien. Hij noemt als voorbeeld 1982, aanvankelijk volstrekt ondermaats, later glorieus. Uit persoonlijke ervaring met dezelfde wijn kan ik die observatie volledig delen.
Hoewel ik van een generatie ben voor wie echte wijn aanvankelijk alleen uit de Médoc kon komen, heb ik toch enkele mooie herinneringen aan die slanke Saint-Émilions van Manoncourt. Het kan bijna niet anders of dat moet iets te maken hebben gehad met het ongewoon hoge aandeel cabernet franc in Figeac. In mijn prille begintijd als wijnliefhebber heb ik ooit twee flessen 1978 gekocht van het geld dat het bezorgen van een huis-aan-huisblad had opgeleverd. Het hadden er best meer mogen zijn, want het was een zeer geslaagde wijn. Maar ja, vijfentwintig, dertig gulden (of daaromtrent) was wel een astronomisch bedrag voor een fles wijn. Temps perdu.
Later volgde het onvermijdelijke bezoek aan het château zelf. Zo’n bezoek aan Figeac in de dagen van Manoncourt gaf je werkelijk het gevoel een kasteel te bezoeken, want je werd er ontvangen door een heer van stand. Soft spoken, zoals de Engelsen zouden zeggen, maar wel iemand die precies wist wat hij wel en niet wilde. Zoals die elegante stijl van zijn wijn. In bepaalde jaren leverde dat fantastische resultaten op. De mooiste Figeac die ik ooit in Bordeaux zelf heb mogen proeven was 1959. Geweldig! Ook hiervoor geldt helaas: temps perdu. Maar gelukkig is er wel een blijvende herinnering.
Ik koester ook dierbare herinneringen aan Figeacproeverijen in Nederland in het bijzijn van Manoncourt. De eerste daarvan was een proeverij van het roemruchte Jan Sebastian Panel van Jan van Lissum en diens Proefschrift, begin jaren negentig. Het was, zoals zo vaak het geval, op een zaterdagmorgen in De Echoput. In het bijzijn van Manoncourt en van wijlen Jaap Klosse, respectievelijk de grand seigneur van Saint-Émilion en de grand seigneur van de Nederlandse restaurateurs. Heren van een slag dat helaas zeldzaam geworden is. Manoncourt was geen man van praatjes; hij liet gewoon zijn wijnen voor zich spreken. Mogen we zeggen: ware adel?
Een paar jaar later waren Manoncourt en zijn echtgenote Marie-France te gast in den Haag. Op de residentie van de toenmalige Franse ambassadeur Bernard de Montferrand. De Montferrand en Manoncourt waren immers goed bevriend. Aangezien De Montferrand en zijn vrouw graag partijtjes organiseerden waarbij niet kinderachtig geschonken werd – nogmaals: temps perdu! – gaven ze voor de fine fleur van Nederwijnland eens een Figeacdiner. Stijl en smaak, daar win je harten mee. En al helemaal met grote Franse wijnen.
Vanaf 1988 heeft Manoncourt de verantwoordelijkheid voor het reilen en zeilen van Figeac geleidelijk overgedragen aan zijn schoonzoon Eric d’Aramon. Ook zorgde hij ervoor dat het wijngoed in handen kon blijven van zijn kinderen. Dat is in Frankrijk, met zijn torenhoge successierechten, geen vanzelfsprekendheid. Thierry Manoncourt is 92 jaar oud geworden.
René van Heusden