Column: Leve de wijntaal! - Perswijn
Columns

Column: Leve de wijntaal!

Er zijn mensen die wijnbeschrijvingen haten. De gemoederen raken wel eens zo verhit dat welmenende gebruikers van wijntaal weerloos slachtoffer worden van verbale agressie. Bijvoorbeeld op sociale media: ‘Wijn drinken gaat alleen maar over lekker of niet’, schreeuwen deze wijndrinkers, en: ‘Mensen die het moeilijker of complexer maken zijn ijdeltuiten. Dus drink en zwijg’.
Met dit soort valt niet te praten. Mijn antwoord aan hen: ‘Als jij jezelf graag beperkt tot een tweedelige wijnwoordenschat (‘lekker’, ‘niet’): geen probleem, maar laat andere wijnliefhebbers hun plezier delen zoals ze dat zelf wensen’.

Dat wijn lekker moet zijn, is nogal wiedes. Dat vindt een aap ook over zijn banaan. Maar ‘lekker’ vat voor veel wijnliefhebbers de essentie van wijn niet samen. Neen, een wijn dient ook verleidend te zijn, of diep, meeslepend, intrigerend, memorabel, ontroerend, ontwapenend, zuiver, karaktervol, contemplatief, kippenvel, mysterieus, ondefinieerbaar, inspirerend, opwekkend, opzwepend, melancholisch, hartveroverend, uniek en noem maar op. Hoe arm wordt de wereld als de rijkdom van de taal verloren gaat? Kunst is mooi, muziek is aangenaam, boeken zijn leuk en seks is fijn. Is dat het dan?  Er zijn zoveel mooie woorden om kwaliteit en emotie uit te drukken. Laat ons er gebruik van maken.De discussie of wijnbeschrijvingen nu subjectief of objectief zijn, is saai. Alsof woorden er in de eerste plaats zijn om één of andere objectieve realiteit uit te drukken. Nee, woorden creëren onze realiteit. De wijnbeleving van de antieke Griekse of Romeinse wijnliefhebber was helemaal anders omdat ze over een andere taal beschikten: veel basaler en minder gedifferentieerd. De hedendaagse wijntaal ontstond in de tweede helft van de 20e eeuw, samen met de professionele wijnschrijverij, het wijnonderzoek, het wijn drinken door vrouwen en een wijnbeleving die zich minder concentreerde op prestige en meer op emotie en plezier. Het veelgebruikte aromawiel met onderscheiden aromagroepen – fruit, kruiden, bloemen, groenten, dierlijk, chemisch … – biedt een gedifferentieerde (Westerse) taal over wijnaroma’s. Ook het denken in termen van structurele wijncomponenten – tannine, zuur, zoet, alcohol en hun balans – maakt de wijnbeleving rijker, slaat bruggen tussen individuele smaakpaletten en maakt een boeiende communicatie over wijn mogelijk. Elke wijnliefhebber vormt op basis daarvan zijn eigen manier van spreken en geeft deze een persoonlijke touch.In antieke tijden zaten geen bloemen in de wijn en ook geen aardbeien. Of het moest letterlijk zijn. Vandaag kunnen we er ons alleen over verheugen dat deze aroma’s wel op het toneel verschijnen. Ook wijnonderzoek heeft een bijdrage daartoe geleverd: wijnmoleculen werden geïsoleerd, besnuffeld en in taal verzegeld.Natuurlijk zijn er mensen die luidkeels wijntaal brallen om zich voor de groep interessant te maken. Wijntaal is jammer genoeg een vehikel van het wijnsnobisme geworden. Een reden ook waarom spreken over wijn mensen wat afschrikt. Belgen meer dan Nederlanders, hoorde ik laatst zeggen. Maar wijnsnobisme is veel ouder dan wijntaal en de twee hebben in principe niets met elkaar te maken. Laat de wijn in geuren, kleuren en woorden tot je komen. Leve de wijntaal!

Stefaan Soenen, gastauteur bij Perswijn, is wijnliefhebber en schrijft onder de naam Wine Tales. Hij bespreekt hierin uiteenlopende thema’s zoals de psychologie van het wijnproeven, de waarde van wijnbeoordelingen en scores, Beaujolais, de symboliek van wijn, het belang van schenktemperatuur, en nog veel meer. Stefaans verhalen zijn tevens te vinden op Facebook.

Reageer op dit item

nl Nederlands